Slag van Woeringen
Anno 1288
en de Limburgse successieoorlog
Tussen de verschillende hertogdommen, graafschappen en heerlijkheden die onze contreien op het einde van de dertiende eeuw telde, ontsponnen zich meermaals gewapende conflicten die de onderliggende machtsverhoudingen vaak grondig hertekenden. Zo ook de Slag bij Woeringen die het hertogdom Brabant als toonaangevende landstreek definitief op de kaart zette.
Een kijk op wat voorafging
Toen eind 1279 hertog Walram IV van Limburg onverwachts kwam te overlijden zonder mannelijke nakomelingen en vier jaar later ook zijn dochter Imgard kinderloos stierf, barstte de strijd los over de erfopvolging. Zowel graaf Reinoud I van Gelre (1255-1326), de echtgenoot van de overleden Imgard, als Adolf V van Berg (ca. 1240-1296), de neef van Walram, beschouwden zich de rechtmatige erfgenaam van het hertogdom. Adolf besefte echter algauw dat hij militair niet opgewassen was tegen de graaf van Gelre die de steun genoot van Siegfried van Westerburg, de aartsbisschop van het keurvorstendom Keulen en besloot zijn rechten op het hertogdom Limburg door te verkopen aan Jan I, de hertog van Brabant (ca. 1253-1294).
Jan I probeerde uit handelsbelangen al geruime tijd gebieden tussen Maas en Rijn in zijn bezit te krijgen en had zelf kort na Imgard's dood nog een vruchteloze poging ondernomen om 's Hertogenrade, een heerlijkheid die een personele unie vormde met het Limburg's hertogdom, gewapenderhand in te nemen. Met het verwerven van Adolf van Berg's rechten kon hij echter nu wettige aanspraken laten gelden op het gehele hertogdom Limburg. Alleen was dat niet naar de zin van de graaf van Gelre…
De confrontatie
Het dispuut om de heerschappij over de Limburgse gebieden sleepte de daaropvolgende jaren voort en na tal van schermutselingen werd het voor iedereen duidelijk dat een gewapend treffen tussen beide hertogdommen niet kon uitblijven. Op 5 juni 1288 kwam het in Woeringen, een dorp op enkele kilometers ten noorden van Keulen, tussen beide partijen tot één van de bloedigste veldslagen uit de Middeleeuwen.
Een grotendeels Brabants voetleger van bijna vijfduizend man kwam oog in oog te staan met het ridderleger van Reinoud dat bovendien de steun had van een aanzienlijke troepenmacht aangevoerd door aartsbisschop Westerburg en Hendrik VI, de graaf van Luxemburg. Toen deze laatste al in het begin van de strijd sneuvelde en zowel Reinoud als Westerburg tijdens het krijgsgewoel gevangen genomen werden, was het pleit in het voordeel van Jan I beslecht.
Jan I van Brabant, op een miniatuur uit een manuscript van de Brabantsche Yeesten (Publiek Domein – wiki)
Met die overwinning werd het hertogdom Limburg vanaf dat moment een deel van Brabant en Jan I één van de machtigste heersers van het Nederrijngebied. Het jarenlange conflict met als culminatie de Slag bij Woeringen ging nadien de geschiedenis in als de 'Limburgse Successieoorlog'.
In de nasleep van de gebeurtenissen
Reinoud diende na de veldslag bij Woeringen openlijk afstand te doen van de Limburgse gebieden. Op de koop toe had hij zich om Jan I te kunnen bestrijden zwaar in de schulden gestoken bij de graaf van Vlaanderen, Gwijde van Dampierre, waardoor hij de erfpachtinkomsten van zijn graafschap Gelre verloor. Uiteindelijk werd hij door zijn oudste zoon Reinoud II, die zijn vader onbekwaam achtte om het graafschap nog verder te besturen, gevangen genomen en opgesloten in een kerker van de Grauwert, één van de verdedigingstorens van kasteel Montfort waar hij na zes jaar opsluiting in oktober 1326 kwam te overlijden. Zijn stoffelijk overschot werd bijgezet in het cisterciënzerklooster van 's Gravendaal nabij Aspenden, een dorp in de huidige Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen.
Ook Jan I verging het niet goed. In het Franse stadje Bar-le-Duc stierf hij op drie mei 1294 aan de gevolgen van verwondingen die hij opliep tijdens een toernooi. Hij werd met de nodige luister begraven in de kloosterkerk van het voormalig Franciscanenconvent te Brussel, op de plaats waar zich nu het Beursgebouw bevindt.
En verder…
Het verloop van de veldslag werd op het einde van de dertiende eeuw door een zekere Jan van Heelu in een lijvige rijmkroniek van bijna negenduizend verzen uitvoerig beschreven. Een latere versie van dit handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek van Den Haag.
Voorts werd in Woeringen, precies zevenhonderd jaar later op 5 juni 1988, een monument onthuld ter herinnering aan deze veldslag. Het imposante bijna drie meter hoge kunstwerk is een creatie van de Keulse meester-beeldhouwer Hilarius Schwarz.
Ook in één van de zijkapellen van de Brusselse Sint-Michiels en Sint-Goedele kathedraal verwijst een stèle naar deze voor het hertogdom Brabant destijds belangrijke overwinning.
Dit zijn de ridders die bij de Pynnock Ridders Horst tot leven komen.
Bron Rudi Schrever